PLAATS VAN HERKOMST

INLEIDING DE HEKS VAN SCHOONHOVEN WIE WAS MARRIGJE DE VERLEIDING... HET VONNIS.. HEKSENPROCESSEN  STRAFRECHT RECHTSBIJSTAND EN VERDEDEGING PLAATS VAN HERKOMST FOTO'S VAN HET VONNISBOEK ECT. BERICHTEN VAN ANDERE SITES MIJN FAVORIETE LINKS GASTBOEK VAN MARRIGJE Guest Book About nog een paar foto's FOTO'S Blog

Waar kwamen de verdachten vandaan?

Waarvandaan kwamen de verdachten tussen 1581 en 1601 voor de Schoonhovense rechtbank verschenen? 10 van hen ,waaronder Marrigje  Ariens, kwamen uit schoonhoven of omgeving. Van Vlaanderen en Brabant kwamen 14 zwervers terwijl er 11 Engelsen en Schotten tussen zaten. Die laatste waren steeds (voormalige) soldaten. De 80jarige oorlog woedde en veel bedelaars hadden in een van de legers gediend, hoewel ze dat meestal niet konden aantonen met een paspoort of iets dergelijks ,omdat ze waren gedeserteerd.

Wat Marrigje betreft is het vrijwel zeker dat ze niet in Schoonhoven gewoond heeft. in 1590 woonde ze nog in Utrecht. Misschien was ze een kruidenvrouw op doorreis. Haar omstandigheden klinken niet anders dan die van andere vagebonden.

 

TORTUUR(marteling)

In het vonnis van Marrigje Ariens (en in veel andere vonnissen uit die jaren) staat dat de verdachte bekend had "vrijwillig en buiten banden van ijzer''. Bedoeld werd dat de bekentenis niet onder ,althans tijdens,tortuur (pijniging) was afgelegd. Met die tortuur zat het zo; Als er geen voldoende bewijs was om iemand te veroordelen (zeker als het om de doodstraf ging) maar de rechter was van de schuld van de verdachte overtuigd, dan kon die gepijnigd worden. Volgde daarop de bekentenis dan moest die de volgende dag herhaald worden; dat werd een vrijwillige bekentenis genoemd. Sommige rechters meenden dat de doodstraf zonder bekentenis niet kon worden opgelegd en pijnigden daarom ook de verdachten tegen wie een volledig bewijs bestond. Behalve slechtheid van de rechter (een mogelijkheid die we niet uit het oog moeten verliezen) kan een reden geweest zijn dat tegen een veroordeling na een bekentenis geen beroep mogelijk was. De tortuur werd in de Nederlanden bij het verhoren van HEKSEN meestal met mate toegepast zodat we hier geen monsterprocessen kennen zoals die in Duitsland plaats vonden.  Daar perste men iedere verdachte de namen af van medeplichtigen,een grimmig zwaan - kleef - aan waarbij soms tientallen doden vielen.

Over de tortuur in Schoonhoven weten we weinig. In de twintig jaar tussen 1581 en 1601 vroeg de baljuw in vier gevallen tortuur te mogen toepassen. Geen enkele maal stonden schepenen hem dat toe !

WAT MARRIGJE ARIENS BETREFT; ONZE INDRUK IS DAT IN SCHOONHOVEN TUSSEN 1581 EN 1601 TORTUUR ALLEEN BIJ VONNIS KON WORDEN TOEGESTAAN EN IN DIE PERIODE NIET WERD TOEGEPAST. AANGEZIEN WE GEEN VONNIS VINDEN IS ZE WAARSCHIJNLIJK NIET GEPIJNIGD.

 

DE OMGEVING WAAR MARRIGJE WOONDE.......

Beste Debbie,

Ik geef je toestemming om ook over het kasteel Poederoyen de gevraagde tekst
te gebruiken, echter vermeld wel even de bron erbij dmv. (bron:
www.kasteleningelderland.nl)
Succes met de site.

Mvgr.
Daniel Killestein

Loevestein (Poederoijen) (Poederoijen)


 

LiggingIn de uiterste westhoek van de Bommelerwaard, op de grens van Holland, Brabant en Gelderland, daar waar de Maas en de Waal samenvloeien.
OntstaanHet kasteel is rond 1360 gebouwd in opdracht van Dirc Loef van Horne. 
GeschiedenisIn de uiterste westhoek van de Bommelerwaard, op de grens van Holland, Brabant en Gelderland, daar waar de Maas en de Waal samenvloeien.
(9) .Historische beschrijving van Poederoyen

Gedurende de eerste eeuwen van onze jaartelling was de Bommelerwaard waarschijnlijk door de wisselende waterstanden niet permanent bewoond. Romeinen en Bataven maakten plaats voor Germaanse stammen in een rivierengebied waarvan de loop van de rivierarmen aanmerkelijk verschilden van de huidige stroombeddingen, in de hand gehouden tussen stevige dijken. Van Poederoijen zijn ons geen tastbare bewijzen in de vorm van bodemvondsten nagelaten waarmee we het ontstaan van het dorp kunnen verklaren. Pas in 815 wordt melding gemaakt van een landgoed met hoeve in "Podarwic", zoals de latijnse naam vermeld staat in een schenkingsakte van Balderic aan de abdij van Lorsch. De uitgang "wic" is niet vreemd, nog steeds zijn er ook in onze regio plaatsnamen bekend met deze uitgang, : Kerk­wijk, Rijs­wijk, Uit­wijk, plaatsnamen die duiden op een uitwijkmogelijkheid, een woonplaats in geval van watersnood. Later, in de eerste helft van de dertiende eeuw, lezen we over Puderoygen in de beschrijving van de goederen van de abdij van Berne. Deze uitgang is naderhand vervangen door ooijen. Een ooi is een laag gelegen stuk land langs de rivier, ook deze naam herkennen we nog in bijvoorbeeld de ooipolder. Over de oorsprong van het eerste deel van de naam lopen de meningen uiteen. Poeder zou kunnen slaan op de zandige grond langs de rivier.  Jan Bervaes uit Zaltbommel heeft allerlei namen en begrippen in het westen van de Bommelerwaard op een rijtje gezet. Hij vermoedt dat er nogal wat scandinavische elementen in zitten. het zou ons herinneren aan de tijd dat de Noormannen in ons land waren. De naam Podarwic zou volgens hem de wijk van de Pod's (een stam of volk) betekenen. Het meervoud van een scandinavisch woord is -ar, vandaar Podar(wic). De "o" wordt in het Scandinavisch als "oe" uitgesproken, vandaar Poeder(ooijen).2. HEREN VAN POEDEROIJEN In 1327 draagt Arnt van Puderoyen de burcht en de hoge heerlijkheid op aan de graaf van Gelre, die het in 1347 in leen geeft aan Arnt van Herlaer. Verschillende telgen uit de geslachten van Van Hemert en Van Rossem bezaten Poederoijen.  In 1518 krijgt onze Maarten dus Poederoijen in leen van Karel van Gelre.Dat er veel gevochten is rondom het kasteel Poederoijen is bekend; een bewijs dat dit stukje Bommelerwaard van belang is voor de regionale en de nationale geschiedenis.

 Het kasteel heeft vanaf de stichting, waarschijnlijk reeds rond het jaar 1000 vele “gezichten” gekend. Na verwoesting of afbraak werd het weer hersteld, nooit meer in de oude vorm zoals het oorspronkelijk werd gebouwd In 1493 werd in opdracht van Hertog Karel door Gerard van Weerdenburg het kasteel ingenomen en werd het slot leeggeroofd. In 1505 werd Poederoijen veroverd door de Bourgondiers, spoedig daarna door Hertog Karel weer heroverd. In de strijd tussen Brabant (de Bourgondie­rs) Holland en Gelderland speelde het kasteel Poederoijen met zijn strategische ligging een belangrijke rol. Uit deze periode stammen ook de verhalen van de strooptochten van de zwarte bende (Snydewind). In 1518 werd de heerlijkheid Poederoijen weer beleend door hertog Karel van Gelder­land. Maarten van Rossem werd de nieuwe heer van Poederoijen. Dank zij deze ‘leen” heeft Maarten in de loop der jaren macht en aanzien gekregen. Hij liet het kasteel herstellen echter al in 1528 werd het door een groep ruiters uit Den Bosch met behulp van buskruit verwoest en in brand gestoken. Het kasteel is daarna door Maarten van Rossem weer hersteld. Naast dit kasteel hebben nog lang de resten van de middeleeuwse burcht gestaan. Helaas is uiteindelijk dit kasteel in 1672 in de Franse oorlog verwoest.Uit een geschiedenisboek gedrukt in 1741 onder de titel “tegenwoordige staat de vereenigde Nederlanden” citeren we het volgende: Een half uur gaans beneden Aalst aan den Maaskant, legt Poederoyen, een dorp en heerlykheid, in de Geldersche geschiedenissen inzonderheid vermaard, om het pragtig en sterk slot, dat ‘er by gebouwd was, en in verscheidene oorlogen veel geleeden hebbende eindelyk, in’t jaar 1672, op dat ‘er de Franschen niet in nestelen zouden, t’eenenmaal verwoest geworden is. Het was gebouwd op de grondslagen van een ouder huis, dat door Keizer Maximiliaan bemagtigd zynde, al in den jaare 1508 afgebroken werdt. Zy, die dit slot Castrum Puerorum of Kinderen Slot genoemd, en gewild hebben, dat het, ter gedagntenisse der vreemde geboorte van driehonderd vyf en zestig kinderen, door Margreet of Magteld, Graavinne van Hennenberg, t’eener dragt voortgebragt, gestigt zy, bouwen eene beuzelagtige naamreden op een nog beuzelagtiger verdigtsel. Sedert eenige jaren is hier een nieuw huis getimmert; ‘t welk egter in aanzien by het oude niet haalen kan.”

In 1999 

en 2000 zijn bij dijkverzwaringswerkzaamheden restanten van het kasteel blootgelegd.

verder, aflevering 10terug, aflevering 8

verder, aflevering 10terug, aflevering 8


Slot Loevestein

Slot Loevestein is een Nederlands kasteel, in de gemeente Zaltbommel, ten westen van de dorpen Brakel en Poederoijen.

Loevestein is rond 1350 gebouwd door Dirk Loef van Horne, heer van Altena. Het verrees op een strategisch gelegen landtong, op de plaats waar de rivieren de Maas en de Waal zich verenigen tot de Boven-Merwede. Het werd gebruikt om tol te heffen.

Slot Loevestein
Groter
Slot Loevestein

NIEUWPOORT WAAR MARRIGJE HEEFT SAMENGEWOOND.......met Michiel de cuyper.

NIEUWPOORT

Over het ontstaan van de stede Nieuwpoort

Waar nu de vesting Nieuwpoort is gelegen, treffen we in de dertiende eeuw een veenriviertje aan dat uitwatert op de Lek. Ter weerszijden van dit riviertje vinden we in het westen het kasteel van de heer Van Liesveld en in het oosten het kasteel Van Langerack. Beide heren besluiten rond 1270 een stuk van hun grondgebied af te staan om daarop een nederzetting te stichten. Door de aanwezigheid van een natuurlijke haven noemen ze deze Nova Porte. In 1283 krijgt deze nederzetting stadsrechten. Je bent pas "poorter" wanneer je een jaar binnen de wallen woont en geen ruzie met je buren hebt gemaakt. Na een roerige ontstaansgeschiedenis met veel belegeringen en verwoestingen, begint in 17e eeuw een periode van rust en welvaart.



Het kleinste en gaafste vestingstadje van Nederland heet u van harte welkom.

In opdracht van koning Philips II van Spanje maakte de cartograaf Jacob van Deventer rond 1560 plattegronden van vele Nederlandse steden. Philips II had deze nodig in verband met z'n plannen tot belasting heffing op eigendommen. Weldra bleken ze ook uitstekend van pas te komen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Of er toen nog wallen waren is niet duidelijk. Deze zijn volgens bepaalde opmerkingen in het archief wel aanwezig na 1600. 

 

"In den viere verbrandt te wordne tot stof "

400 Jaar na dato is er nog altijd een levendige belangstelling voor de Schoonhovense heksenverbranding. Wat is er nu eigenlijk gebeurd? Hoe moeten we ons leven en dood van de heks van Schoonhoven voorstellen?

Marrigje Ariens uit Poederoyen, oud en arm, was een min of meer zwervende vrouw, ongetwijveld behept met de vooroordelen van haar tijdgenoten. Vandaar dat ze onder druk en geholpen door suggestieve vragen zo goed vertellen kon wat haar rechters wilden horen; hoe ze door de duivel verleid was, wie ze met kwade toverij geschaad had met vieze zalfjes, geholpen , aangemoedigd en vervoerd door de BOZE zelf.

Als je dat soort dingen gelooft (en dat deden haar rechters ) en als je om je heen hoort dat er in Schiedam, Amsterdam, Maastricht en op andere plaatsen soortgelijke vreselijke dingen aan het licht komen (en in het buitenland schijnt het nog  veel erger te zijn) dan is het begrijpelijk dat haar rechters haar ter dood veroordeelden en dat haar lichaam verbrand moest worden, opdat er niets meer zou overblijven. Wurging en verbranding was de geijkte straf voor heksen.

In het baljuwschap van Zuid-Holland (Dordrecht en omgeving, waaronder ook Ouderkerk aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Stormpolder en Berkenwoude vielen) werd volgens het reglement van 1533 de veroordeelde direct na voorlezing van het vonnis terechtgesteld. Zo zal het in Schoonhoven ook gebeurd zijn.

Op woensdag 18e december 1591 werd MARRIGJE ARIENS veroordeeld en vervolgens werd haar lichaam verbrand op de kring op de Stenen Brug.

 

Met dank aan H.van der Molen en C.R.Schoute