400 Jaar na dato is er nog altijd een levendige belangstelling voor de Schoonhovense heksenverbranding. Wat is er nu eigenlijk gebeurd? Hoe moeten we ons leven en dood van de heks van Schoonhoven voorstellen?
Marrigje Ariens uit Poederoyen, oud en arm, was een min of meer zwervende vrouw, ongetwijveld behept met de vooroordelen van haar tijdgenoten. Vandaar dat ze onder druk en geholpen door suggestieve vragen zo goed vertellen kon wat haar rechters wilden horen; hoe ze door de duivel verleid was, wie ze met kwade toverij geschaad had met vieze zalfjes, geholpen , aangemoedigd en vervoerd door de BOZE zelf.
Als je dat soort dingen gelooft (en dat deden haar rechters ) en als je om je heen hoort dat er in Schiedam, Amsterdam, Maastricht en op andere plaatsen soortgelijke vreselijke dingen aan het licht komen (en in het buitenland schijnt het nog veel erger te zijn) dan is het begrijpelijk dat haar rechters haar ter dood veroordeelden en dat haar lichaam verbrand moest worden, opdat er niets meer zou overblijven. Wurging en verbranding was de geijkte straf voor heksen.
In het baljuwschap van Zuid-Holland (Dordrecht en omgeving, waaronder ook Ouderkerk aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Stormpolder en Berkenwoude vielen) werd volgens het reglement van 1533 de veroordeelde direct na voorlezing van het vonnis terechtgesteld. Zo zal het in Schoonhoven ook gebeurd zijn.
Op woensdag 18e december 1591 werd MARRIGJE ARIENS veroordeeld en vervolgens werd haar lichaam verbrand op de kring op de Stenen Brug.
Met dank aan H.van der Molen en C.R.Schoute